Aandelengedeelte

Het aandelengedeelte is het geheel van de aandelen in de portefeuille (excl. derivaten), waarvan de totale weging wordt uitgedrukt als een percentage van het vermogen van het fonds of naar een basis van 100 wordt herleid.

ABS

Een asset-backed-security (ABS), of een door activa gedekt effect, of een effect op onderpand van activa, is een effect waarvan de kapitaalstromen worden bepaald door die van een bepaald actief of een bepaalde portefeuille van activa. Meestal worden deze activa gecreëerd door middel van securitisatie. ABS-leningen zijn een van de meest courante vormen van securitisatie.

Actief beheer

Een aanpak van het beleggingsbeheer waarbij een beheerder zich ten doel stelt de markt te verslaan via onderzoek, analyse en eigen oordeelsvorming. Zie ook Passief beheer.

Actieve Deel

Het 'actieve deel' van een portefeuille meet het verschil in samenstelling tussen het fonds en zijn referentie-indicator. Een actief deel van om en nabij 100% geeft aan dat een fonds weinig posities heeft die identiek aan zijn referentie-indicator zijn; dit wijst erop op dat de portefeuille actief wordt beheerd.

Active Weight

Actieve weging: Verwijst naar het verschil in absolute waarde tussen de weging van een positie in de portefeuille van de beheerder en dezelfde positie in de referentie-index.

Alfa

Alfa is een maatstaf voor de prestatie van een portefeuille ten opzichte van zijn referentie-indicator. Een negatieve alfa betekent dat het fonds het minder goed heeft gedaan dan zijn indicator (voorbeeld: wanneer de indicator in één jaar tijd met 10% stijgt, terwijl de winst van het fonds beperkt blijft tot 6%, bedraagt de alfa van het fonds -4). Een positieve alfa betekent dat het fonds beter heeft gepresteerd dan zijn indicator (voorbeeld: wanneer de indicator in één jaar tijd met 6% stijgt, terwijl het fonds een winst van 10% boekt, bedraagt de alfa van het fonds 4).

Artikel 6

‘Sustainable Finance Disclosure Regulation’ (SFDR) 2019/2088, is een wetgeving van de Europese Unie die vermogensbeheerders verplicht om fondsen in categorieën in te delen: enerzijds “Artikel 8” voor fondsen die ecologische en sociale kenmerken bevorderen, anderzijds “Artikel 9” fondsen voor producten met een meetbare duurzaame beleggingsdoelstelling. In aanvulling op het niet promoten van milieu - of sociale kenmerken, hebben de "artikel 6"-fondsen ook geen duurzame doelstellingen. Meer informatie, kunt u vinden op: https://eur-ex.europa.eu/eli/reg/2019/2088/oj .

Artikel 8

‘Sustainable Finance Disclosure Regulation’ (SFDR) 2019/2088, is een wetgeving van de Europese Unie die vermogensbeheerders verplicht om fondsen in categorieën in te delen: enerzijds “Artikel 8” voor fondsen die ecologische en sociale kenmerken bevorderen, anderzijds “Artikel 9” fondsen voor producten met een meetbare duurzaame beleggingsdoelstelling. In aanvulling op het niet promoten van milieu - of sociale kenmerken, hebben de "artikel 6"-fondsen ook geen duurzame doelstellingen. Meer informatie, kunt u vinden op: https://eur-ex.europa.eu/eli/reg/2019/2088/oj .

Artikel 9

‘Sustainable Finance Disclosure Regulation’ (SFDR) 2019/2088, is een wetgeving van de Europese Unie die vermogensbeheerders verplicht om fondsen in categorieën in te delen: enerzijds “Artikel 8” voor fondsen die ecologische en sociale kenmerken bevorderen, anderzijds “Artikel 9” fondsen voor producten met een meetbare duurzaame beleggingsdoelstelling. In aanvulling op het niet promoten van milieu - of sociale kenmerken, hebben de "artikel 6"-fondsen ook geen duurzame doelstellingen. Meer informatie, kunt u vinden op: https://eur-ex.europa.eu/eli/reg/2019/2088/oj .

Belangrijkste ongunstige effecten

Negatieve, wezenlijke of mogelijk wezenlijke effecten op duurzaamheidsfactoren die voortvloeien uit, worden verergerd door of rechtstreeks verband houden met beleggingskeuzes of -adviezen van een juridische entiteit. Voorbeelden zijn de broeikasgasemissie en de koolstofvoetafdruk.

Beleggingsgraad

De beleggingsgraad is het bedrag aan belegde activa uitgedrukt als percentage van de portefeuille De blootstellingsgraad is de beleggingsgraad plus de impact van derivatenstrategieën. Dit is het percentage activa dat werkelijk is blootgesteld aan een bepaald risico. Derivatenstrategieën kunnen ten doel hebben de blootstelling aan onderliggende activa te verhogen (dynamiseringsstrategie) of te verlagen (afdekkingsstrategie).

Benchmark

Gemiddelde van de prijzen van een steekproef van representatieve effecten van een markt, sector, enz. Dit gemiddelde, dat doorgaans de vorm aanneemt van een index, weerspiegelt de algemene tendens van een markt. Het wordt gebruikt voor vergelijkingsdoeleinden en kan deel uitmaken van een fondsprestatie doelstelling (outperformance, performance replication).

Berekening ESG-score

Enkel de aandelen- en bedrijfsobligatiebelangen van het fonds worden in aanmerking genomen. De totale rating van het fonds wordt berekend aan de hand van de Fund ESG Quality Score-methode van MSCI: exclusief liquide middelen en posities zonder ESG-rating, op basis van een 'genormaliseerd' gewogen gemiddelde van de posities en de 'Industry-Adjusted Score' van de posities vermenigvuldigd met (1 + Adjustment %) de weging van de ESG-ratings met een positieve trend min de weging van de achterblijvers op ESG-vlak min de weging van de ESG-ratings met een negatieve trend. Een gedetailleerde uitleg hiervan vindt u in hoofdstuk 2.3 ""MSCI ESG Fund Ratings Methodology"". Bijgewerkt in januari 2021. https://www.msci.com/documents/1296102/15388113/MSCI+ESG+Fund+Ratings+Exec+Summary+Methodology.pdf/ec622acc-42a7-158f-6a47-ed7aa4503d4f?t=1562690846881.

Bèta

Bèta is een maatstaf voor het verband tussen de schommelingen in de intrinsieke waarde van een fonds en de schommelingen in de waarde van de referentie-indicator. Een bèta van minder dan 1 betekent dat het fonds de schommelingen van zijn index "afzwakt" (bij een bèta van 0,6 stijgt het fonds met 6% als de index met 10% opveert en verliest het 6% als de index met 10% daalt). Een bèta van meer dan 1 betekent dat het fonds de schommelingen van zijn index "versterkt" (bij een bèta van 1,4 stijgt het fonds met 14% als de index met 10% opveert en verliest het 14% als de index met 10% daalt). Een bèta van minder dan 0 betekent dat het fonds omgekeerd reageert op de schommelingen van zijn index (bij een bèta van -0,6 daalt het fonds met 6% als de index met 10% opveert en omgekeerd).

Beursindex

Aandelenkorf waarvan de waarderingen zo nauwkeurig mogelijk de schommelingen van de beurs weerspiegelen waarop ze genoteerd zijn.

Blootstellingsgraad

De beleggingsgraad is het bedrag aan belegde activa uitgedrukt als percentage van de portefeuille De blootstellingsgraad is de beleggingsgraad plus de impact van derivatenstrategieën. Dit is het percentage activa dat werkelijk is blootgesteld aan een bepaald risico. Derivatenstrategieën kunnen ten doel hebben de blootstelling aan onderliggende activa te verhogen (dynamiseringsstrategie) of te verlagen (afdekkingsstrategie).

Bottom-up

Een beleggingsaanpak die gebaseerd is op het analyseren van bedrijven waarbij het profiel, het management en het potentieel van de betreffende bedrijven belangrijker worden geacht dan de algemene trend van de markt of de sector (in tegenstelling tot een top-down-beleggingsaanpak).

CLOs

Collaterised Loan Obligations is a bond secured against a basket of bank loans issued by European companies.

Cocos

Cocos or contingent convertible bonds, are slightly different to regular convertible bonds in that the likelihood of the bonds converting to equity is "contingent" on certain capital conditions.

Correlatie

Correlatie is een maatstaf van hoe effecten of activaklassen zich ten opzichte van elkaar bewegen. Hoog gecorreleerde beleggingen gaan in de regel gelijktijdig omhoog en omlaag, terwijl beleggingen met een lage correlatie in de regel verschillend presteren in verschillende marktomstandigheden, waardoor beleggers diversificatievoordelen kunnen behalen. De uiterste correlatiewaarden zijn +1 (perfecte correlatie) en –1 (perfecte omgekeerde correlatie). Een correlatiecoëfficiënt van 0 houdt in dat er geen sprake is van correlatie.

Credit Cycle

Een kredietcyclus beschrijft de verschillende fasen van toegang tot krediet door leners. Het wisselt af tussen periodes van makkelijk toegankelijke fondsen om te lenen als gevolg van lage rentetarieven én periodes van krimp waarbij de kredietregels meer restrictief zijn en de rentarieven hoger.

D-1

Prestaties van de vorige dag (Dag - 1)

Daling

Een drawdown (terugval) wordt gewoonlijk gedefinieerd als het percentage tussen de maximale en de minimale waarde van een belegging gedurende een bepaalde periode. Het kan helpen om de mogelijke opbrengst van een belegging te vergelijken met het daaraan verbonden risico. Maar voor bepaalde typen fondsen, met name durfkapitaalfondsen, kan het betekenen dat de belegger zich verbindt tot het beleggen van een bepaald bedrag, maar niet meteen al het geld aan de fondsbeheerder ter beschikking stelt. De fondsbeheerder doet de beleggingen en neemt naar behoefte geld op.

Directionele strategieën

Een directionele strategie is een beleggingsstrategie die ernaar streeft te profiteren van een koersstijging of -daling van een specifieke activaklasse.

Disruptie

Radicale verandering van een bestaande industrie of markt door technologische innovatie

Duration

De duration van een obligatie is de termijn waarna het rendement niet meer beïnvloed wordt door renteschommelingen. De duration is de geactualiseerde gemiddelde looptijd van alle geldstromen (rente en kapitaal).

Duurzame investering

De SFDR definieert een duurzame belegging als een belegging in een economische activiteit die bijdraagt aan het behalen van een milieudoelstelling of een sociale doelstelling, mits deze belegging geen ernstige afbreuk doet aan milieu- of sociale doelstellingen en de ondernemingen waarin is belegd praktijken op het gebied van goed bestuur toepassen.

ECB

Europese Centrale Bank

Emittent

Een emittent is de entiteit die een financieel instrument uitgeeft. Eén emittent kan meerdere financiële instrumenten met verschillende kenmerken uitgeven. Daarom kan een portefeuillebeheerder in een portefeuilleconstructie verschillende financiële instrumenten selecteren die door dezelfde emittent zijn uitgegeven.

Energietransitie

Bedrijven die het meest bijdragen aan de energietransitie en de reductie van de wereldwijde koolstofuitstoot; dit zijn bijvoorbeeld sommige geïntegreerde mijnbouw- of oliebedrijven die beleid hebben ingevoerd om hun koolstofvoetafdruk drastisch te beperken en zich toeleggen op de productie van hernieuwbare energie.

ESG

(E) Milieu, (S) Maatschappij en (G) Governance.

Fed

De Fed is de centrale bank van de Verenigde Staten. De bank bepaalt het Amerikaanse monetaire beleid en streeft daarbij naar volledige werkgelegenheid, prijsstabiliteit en beheersing van de lange rente.

Financieel relevant

Met het potentieel om de waardering van het bedrijf op lange termijn te beïnvloeden

Financiële termijninstrumenten

Een termijncontract is een contract waarin twee partijen overeenkomen om op een toekomstige datum een actief tegen een bepaalde prijs te kopen of te verkopen. Een termijncontract kan gebruikt worden voor afdekking of speculatie, hoewel het door zijn niet-gestandaardiseerde karakter bijzonder geschikt is voor afdekking. Anders dan standaard futurescontracten kan een termijncontract worden opgesteld voor elke grondstof, elk bedrag en elke leveringsdatum. Een termijncontract kan worden afgewikkeld op kas- of op leveringsbasis.

GBF

Gemeenschappelijk Beleggingsfonds.

Grensmarkten

De minder ontwikkelde landen onder de opkomende markten. Aan beleggingen in deze landen kunnen grotere risico’s zijn verbonden dan in meer ontwikkelde markten, zoals meer politieke instabiliteit of een lagere liquiditeit.

Groene energie aanbieders

Bedrijven die koolstofarme producten, diensten of oplossingen leveren, zoals hernieuwbare energie en elektrische voertuigen.

Groene oplossingen

Bedrijven die producten, diensten of oplossingen leveren die andere bedrijven direct of indirect in staat stellen om hun koolstofuitstoot te beperken of hun energie-efficiëntie te verhogen (facilitatoren van oplossingen); dit zijn bijvoorbeeld fabrikanten van halfgeleiders die essentiële componenten leveren voor elektrische voertuigen.

High Yield

High yield (hoogrentende effecten): Obligaties of kredieten die door hun hogere wanbetalingsrisico een lagere rating hebben dan "investment grade"-effecten. De rente op high yield-effecten is doorgaans hoger.

ICBE

Instellingen voor Collectieve Belegging in Effecten. ICBE-fondsen zijn goedgekeurde fondsen die in elk EU-land kunnen worden verkocht. Op grond van de UCITS III-richtlijn mogen fondsen in een brede reeks financiële instrumenten beleggen, waaronder derivaten.

Investment grade

Investment grade: Obligaties of kredieten met een door de ratingbureaus toegekende rating van AAA tot en met BBB- en een relatief laag wanbetalingsrisico.

Kapitalisatie

Waarde van een vennootschap op de beurs op een bepaald moment. De kapitalisatie wordt berekend door het aantal aandelen van een vennootschap te vermenigvuldigen met de beurskoers.

Kleine bedrijven (smallcaps)

De marktkapitalisatie van de aandelen van bedrijven met een marktwaarde van minder dan USD 3 miljard.

Koolstofemissie

Directe koolstofemissie: broeikasgasemissies gegenereerd door de verbranding van fossiele brandstoffen en productieprocessen die eigendom zijn van het bedrijf of door het bedrijf gecontroleerd worden (referentie: GHG-protocol). Indirecte koolstofemissie: CO2 en andere broeikasgassen uitgestoten door directe leveranciers van het bedrijf. De belangrijkste bronnen zijn doorgaans gekochte elektriciteit (Scope 2 van het GHG-protocol) en zakelijke vliegreizen van werknemers (referentie: GHG-protocol).

Koolstofintensiteit

Directe koolstofintensiteit + indirecte koolstofemissie/mln. USD van het geselecteerde bedrijf ten opzichte van sectorgenoten en vergelijkingsgroepen (koolstofvoetafdruk).

Kwaliteitswaarde

Bij beleggen op de beurs is een kwaliteitsonderneming een onderneming die een sterke en voorspelbare kasstroom genereert met een hoog rendement op kapitaal en aantrekkelijke groeivooruitzichten. Bovendien wordt het ondersteund door een management waarvan de belangen zijn afgestemd op hun aandeelhouders en de belanghebbenden van de onderneming.

Label 'Towards Sustainability'

Het label 'Towards Sustainability', een initiatief van Febelfin, de Belgische federatie van de financiële sector, is een kwaliteitsnorm die certificeert dat bij het beheer van een fonds rekening wordt gehouden met duurzaamheidsfactoren en dat het niet is blootgesteld aan bedrijven waarvan de activiteiten allesbehalve duurzaam zijn. Het label wordt toegekend na een grondige analyse van het betreffende fonds. Meer informatie is te vinden op https://www.towardssustainability.be/

Label ISR

Het in 2016 door het Franse ministerie van Economie en Financiën ingevoerde 'Label ISR' – Investissement Socialement Responsable ofwel Maatschappelijk Verantwoord Beleggen – identificeert beleggingsfondsen die met een beproefde methode voor maatschappelijk verantwoord beleggen meetbare en concrete resultaten bereiken. Het wordt toegekend na een streng controleproces door een onafhankelijk orgaan, dat nagaat of het fonds(2) aan de criteria van het label voldoet. Meer informatie is te vinden op https://www.lelabelisr.fr/wp-content/uploads/SRI-Label-Guidelines_EN_july2020updates_modifications.pdf

M&A

Merger & acquisitions

Marktkapitalisatie

Een maatstaf voor de omvang van een bedrijf, berekend door het totale aantal aandelen in omloop te vermenigvuldigen met de actuele koers van het aandeel. Bedrijven worden naar omvang gewoonlijk ingedeeld in de categorieën smallcap (klein), midcap (middelgroot) of largecap (groot). Er bestaat geen consensus over de absolute bedragen van deze bandbreedtes, maar voor de Amerikaanse markt geldt de volgende vuistregel: largecap is meer dan USD 10 miljard, midcap is USD 2 miljard – USD 10 miljard en smallcap is USD 250 miljoen – USD 2 miljard.

Middelgrote bedrijven (midcaps):

De marktkapitalisatie van de aandelen van bedrijven met een marktwaarde van tussen USD 3 miljard en USD 10 miljard.

Monetair beleid

Monetair beleid is het geheel van maatregelen die een centrale bank neemt om de economische activiteit te beïnvloeden, waarbij de geldhoeveelheid en de rentevoeten de voornaamste instrumenten zijn.

Monetaire verruiming

Quantitative easing (monetaire verruiming) is een niet-conventioneel monetair beleid waarbij een centrale bank staatsobligaties of andere effecten van de markt koopt om de rente te verlagen en de geldhoeveelheid te vergroten.

Monetaire versoepeling

Non-conventionele monetaire maatregel die wordt ingevoerd door een centrale bank omdat hun traditionale instrumenten (wijziging van het rentebeleid, verlaging van de reserveverplichtingen van de banken, enz.) onvoldoende zijn om het hoofd te bieden aan de recessieve en/of deflatoire effecten van een significante economische of financiële crisis.

MVB

Maatschappelijk Verantwoord Beleggen (SRI). Een fonds dat kiest voor verantwoord beleggen is een fonds dat bedrijven en overheidsinstellingen (overheden of openbare diensten) selecteert waarvan het bedrijfsmodel en/of de ontwikkelingsstrategie hen helpt een gunstig effect op het milieu en de samenleving te hebben.

Netto Inventariswaarde

Prijs van een deelnemingsrecht (in het geval van een GBF) of een aandeel (in het geval van een BEVEK/SICAV).

Netto-inventariswaarde

deze waarde vertegenwoordigt de waarde van de activa in de portefeuille van de ICBE (en haar liquide middelen) gedeeld door het aantal deelbewijzen of aandelen in omloop.

Niet aan een benchmark gebonden

De portefeuillesamenstelling is gebaseerd op de visie en marktanalyse van de fondsbeheerder, zonder de beperkende invloed van een benchmark.

Obligatiegedeelte

Het obligatiegedeelte is het geheel van de obligaties in de portefeuille, waarvan de totale weging wordt uitgedrukt als een percentage van het vermogen van het fonds of naar een basis van 100 wordt herleid.

Omloopsnelheid van een fonds

Percentage van de beleggingen in een gemeenschappelijk fonds dat in een bepaalde periode wordt verkocht.

Rating

De rating is een financiële maatstaf voor de kredietwaardigheid van een kredietnemer (emittent van de obligatie). Ratings worden gepubliceerd door ratingbureaus en bieden de belegger betrouwbare informatie over het risicoprofiel dat aan een schuldbewijs is verbonden.

Referentie-index

Het gemiddelde van de koersen van een selectie van effecten die representatief zijn voor een markt, sector enz. Een dergelijk gemiddeld wordt doorgaans in de vorm van een beursindex gegoten en geeft de algemene trend in de ontwikkeling van de markt weer. Op die manier kan de prestatie van een fonds worden getoetst aan een referentiepunt dat losstaat van de beheermaatschappij (bijv. CAC 40, Euro Stoxx 50 enz.).

Reflatie

Verhoging van de monetaire inflatie

Reflatoir

Verhoging van de monetaire inflatie

Relatieve strategieën

Strategieën waarmee getracht wordt voordeel te halen uit verschillen in koers of rente van dezelfde of soortgelijke effecten. Deze strategieën richten zich op waardeverschillen in plaats van alleen op de koers van een specifiek effect. Bij dergelijke strategieën wordt in de regel een positie ingenomen als wordt aangenomen dat het verschil in koers of rentevoet zijn hoogtepunt heeft bereikt en dus naar verwachting zal afnemen, of als vergelijkbare effecten koersveranderingen ondergaan.

Rentegevoeligheid

De modified duration van een obligatie is een maatstaf voor het risico van renteschommelingen. Een modified duration van +2 betekent dat de waarde van de portefeuille bij een plotselinge rentestijging van 1% met 2% daalt.

Risicoschaal

Risico- en rendementsprofiel uit het document met Essentiële-informatiedocument (KID Key Information Document) Risicocategorie 1 betekent niet dat een belegging risicoloos is. Deze indicator kan in de loop van de tijd veranderen.

RQFII

Renminbi Qualified Foreign Institutional Investor: Dit is een Buitenlandse Institutionele Beleggerslicentie uitgegeven door de CSRC (China Regulatory Securities Commission – de Chinese toezichthouder), waarmee rechtstreeks belegd mag worden op de Chinese binnenlandse markt en ook gehandeld mag worden in binnenlandse aandelen en obligaties die in RMB luiden

SFDR-fondscategorieën

‘Sustainable Finance Disclosure Regulation’ (SFDR) 2019/2088, is een wetgeving van de Europese Unie die vermogensbeheerders verplicht om fondsen in categorieën in te delen: enerzijds “Artikel 8” voor fondsen die ecologische en sociale kenmerken bevorderen, anderzijds “Artikel 9” fondsen voor producten met een meetbare duurzaame beleggingsdoelstelling. In aanvulling op het niet promoten van milieu - of sociale kenmerken, hebben de "artikel 6"-fondsen ook geen duurzame doelstellingen.

Sharpe-ratio

De verhouding tussen het extra rendement dat een effect biedt in vergelijking met een risicoloze belegging enerzijds en de standaardafwijking van dat extra rendement anderzijds. Het betreft dus een maatstaf voor het marginale rendement per eenheid gelopen risico. Wanneer deze positief is, loont het nemen van risico meer naarmate de ratio hoger is. Een negatieve Sharpe-ratio betekent niet per definitie dat het rendement van de portefeuille negatief was, maar dat deze lager was dan dat van een risicoloze belegging.

SICAV/ BEVEK

Société d’Investissement à Capital Variable (Beleggingsmaatschappij met Veranderlijk Kapitaal).

SRI

Maatschappelijk verantwoord beleggen (SRI). Een fonds dat kiest voor verantwoord beleggen is een fonds dat bedrijven en overheidsinstellingen (overheden of openbare diensten) selecteert waarvan het bedrijfsmodel en/of de ontwikkelingsstrategie hen helpt een gunstig effect op het milieu en de samenleving te hebben.

START

START staat voor System for Tracking and Analysis of a Responsible Trajectory. Het is ons ESG-onderzoekssysteem dat gegevens van externe bronnen combineert met de inzichten van onze deskundigen. Zo kan een brede analyse worden uitgevoerd van de risico's en kansen van bedrijven op ESG-gebied. Dergelijke analyses vormen een hoeksteen van het beleggingsproces van onze fondsen.

Taxonomie afstemming

Voor individuele bedrijven wordt afstemming op de taxonomie gedefinieerd als het deel van de omzet van een bedrijf dat afkomstig is van activiteiten die aan bepaalde milieucriteria beantwoorden. Voor individuele fondsen of portefeuilles wordt afstemming gedefinieerd als de gewogen gemiddelde afstemming op de taxonomie van de opgenomen bedrijven, berekend op basis van hun weging in de portefeuille. Meer informatie is te vinden op https://ec.europa.eu/info/sites/default/files/business_economy_euro/banking_and_finance/documents/sustainable-finance-taxonomy-faq_en.pdf

TIPS

Treasury Inflation-Protected Securities

Top-down

Een beleggingsstrategie waarbij men op basis van een analyse van de sector als geheel en van de algemene economische trends de beste sectoren kiest om in te beleggen (in tegenstelling tot een bottom-up-beleggingsaanpak).

Totaalrendement

Totaalrendement is het effectieve rendement van een belegging of een beleggingspool over een bepaalde evaluatieperiode. Totaalrendement bestaat uit de over een bepaalde periode ontvangen rente, vermogensgroei, dividenden en uitkeringen. Een totaalrendementsstrategie streeft naar het realiseren van inkomsten uit de over een bepaalde periode ontvangen rente, vermogensgroei, dividenden en uitkeringen.

Trackrecord

Het succes of het falen van een fonds in het verleden

Unconstrained benadering

Een actieve en vrije benadering van elke indicator en die rust op een grote flexibiliteit van het beheer van de blootstellingniveau’s, waardoor het fonds in staat is om sterk verschillende marktomstandigheden te doorstaan.

VaR

De Value at Risk (VaR) is het maximumbedrag dat een belegger op de waarde van een portefeuille met financiële instrumenten kan verliezen in een bezitsperiode van 20 dagen bij een betrouwbaarheidsinterval van 99%. Dit potentiële verlies wordt uitgedrukt als een percentage van het totale vermogen van de portefeuille en wordt berekend op basis van gegevens uit het verleden (over een periode van twee jaar).

Volatiliteit

De omvang van de prijs-/koersschommelingen van een effect, een fonds, een markt of een index aan de hand waarvan de omvang van het risico in een bepaalde periode kan worden bepaald. Deze wordt bepaald door de standaardafwijking, die berekend wordt door de vierkantswortel uit de variantie te trekken. De variantie is het kwadraat van de gemiddelde afwijking ten opzichte van het gemiddelde. Hoe hoger de volatiliteit, hoe groter het risico.

Yield to Maturity

De yield to maturity (letterlijk: het rendement tot de vervaldatum) is het actuariële rendement. Dit is het rendement dat een obligatie op het moment van de berekening biedt in de veronderstelling dat de belegger deze tot op de vervaldatum in zijn portefeuille aanhoudt. Voor de target-datefondsen (2025, 2027, 2029) en het fonds Carmignac Portfolio Crédit wordt dit percentage berekend voor de obligatieportefeuille.

Yield to Worst

Dit is het laagste actuariële rendementspercentage in euro (inclusief de afdekkingskosten van de beleggingsvaluta's en vóór beheerkosten), berekend op basis van alle hypothesen voor de terugbetaling van de obligaties in de portefeuille. Voor de target-datefondsen (2025, 2027, 2029) en het fonds Carmignac Portfolio Crédit wordt dit percentage berekend voor de obligatieportefeuille.

YTD

Komt overeen met de prestaties vanaf de eerste dag van het lopende kalender- of boekjaar tot de huidige datum. Het rendement wordt berekend na de laatste koers/waarde van het voorgaande jaar (d.w.z. na 31/12/YYYY).

YTW

De “Yield to Worst” is het laagste bruto rendement berekend op basis van de aflossingsscenario's van alle obligaties in de portefeuille. Voor de target-datefondsen (2025, 2027, 2029) en het fonds Carmignac Portfolio Crédit wordt dit percentage berekend voor de obligatieportefeuille.