Flash Note
"De energietransitie moet worden versneld"
- Gepubliceerd
-
Lengte
6 minuten leestijd
Nu de besprekingen in het kader van de Klimaatconferentie van Glasgow (COP26) afgelopen zijn, is er dringend actie nodig om de energietransitie te ondersteunen en de doelstelling van koolstofneutraliteit in 2050 te bereiken, aldus Michel Wiskirski, beheerder van het fonds Carmignac Portfolio Climate Transition.
Hoever staan we met de doelstelling van koolstofneutraliteit in 2050, zo vlak na de klimaatconferentie van de Verenigde Naties (COP26)?
Michel Wiskirski : Hoewel de situatie niet helemaal uitzichtloos is, geeft het Internationaal Energieagentschap (IEA) aan dat de toezeggingen die de afgelopen tien jaar zijn gedaan, slechts goed zijn voor minder dan 20% van de inspanningen die moeten worden geleverd als de Europese Unie in 2050 de beoogde doelstelling van koolstofneutraliteit wil bereiken. Daarom moet de energietransitie worden versneld.
Hoe verklaart u die vertraging?
M.W. : De wereld investeert niet genoeg om in haar toekomstige energiebehoeften te voorzien. Hoewel de uitgaven voor de transitie geleidelijk toenemen, is die ontwikkeling te traag en zijn de toegewezen middelen veel te beperkt om op een duurzame manier aan de vraag naar energiediensten te voldoen.
Het is dus vooral een gebrek aan investeringen?
M.W. : Financiering is duidelijk de ontbrekende schakel. Er zijn belangrijke politieke aankondigingen gedaan, maar zodra die moeten worden uitgevoerd, zien we dat er van die goede bedoelingen niets terechtkomt. We moeten de bureaucratische traagheid niet onderschatten, met name in Duitsland en de Verenigde Staten.
U heeft het over een gebrek aan financiering. Wat is precies de huidige situatie?
M.W. : Het klimaatakkoord van Parijs, dat zes jaar geleden is ondertekend, heeft tot doel de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graad Celsius ten opzichte van het pre-industriële niveau. Om die doelstelling, die is overgenomen door de COP26, te bereiken moeten volgens het IEA de jaarlijkse investeringen in projecten en infrastructuur voor schone energie tussen nu en 2030 worden verhoogd tot bijna 4.000 miljard dollar. De investeringen die tot nu toe zijn gedaan, bedragen niet meer dan een paar honderd miljoen per jaar.
Verklaart dit gebrek aan investeringen in groene energie de stijging van de gas- en olieprijzen die al meer dan een jaar aanhoudt?
M.W. : Die prijsstijging wordt veroorzaakt door verschillende factoren. Het gebrek aan investeringen in groene energie is niet de enige verklaring. Maar de ontoereikende ontwikkeling en implementatie van nieuwe structuren voor de productie van hernieuwbare energie is heel duidelijk een deel van het probleem, omdat de energiebehoeften inmiddels weer bijna op het niveau van vóór de coronacrisis liggen. Onze huidige productiecapaciteit voor fossiele en hernieuwbare energie is echter te laag om aan deze vraag te voldoen. Als we de energietransitie tot een succes willen maken, moeten we niet bezuinigen op fossiele brandstoffen zonder tegelijkertijd fors te investeren in hernieuwbare energie. Momenteel zijn er te weinig projecten gestart die de ontwikkeling van alternatieve energiebronnen mogelijk maken. Een dergelijke context vraagt om een inclusieve energietransitie, ook om te voorkomen dat we problemen oplossen door nieuwe problemen te creëren.
Wat bedoelt u?
M.W. : De productie van energie is een zeer complexe keten die zich uitstrekt over de hele wereld. Er zijn veel spelers bij betrokken. En om de uitdaging van de energietransitie aan te gaan, moet er meer gebeuren dan alleen de verkoop van gasboilers of dieselauto's te verbieden of de opening van nieuwe kolenmijnen stop te zetten. Het is ook nodig om de olie- en gasmaatschappijen erbij te betrekken, zodat ze voldoende produceren om aan de vraag te voldoen en tegelijkertijd minder CO2 uitstoten. Dat is een enorme uitdaging, omdat ook zij deel uitmaken van de oplossing voor het transitieproces, met name in de huidige context van onderinvestering. Het is het geheel van alle inspanningen in de productieketen – van de winning van fossiele brandstoffen tot schone alternatieve energiebronnen – dat het verschil kan maken en dat moet worden gecontroleerd en gestimuleerd.
We kunnen dus niet meteen stoppen met fossiele brandstoffen ...
M.W. : Nee, want de wereldeconomie heeft ze nog steeds nodig. Wat olie betreft, zal de vraag nog jarenlang in stand blijven, totdat er een alternatief is gevonden. Deze zal naar verwachting zelfs toenemen tot 2030 alvorens te gaan dalen. Daarna verwachten we een forse daling van de vraag naar olie – in 2050 zou deze met 75% kunnen zijn teruggevallen ten opzichte van het niveau van 2020 – bijvoorbeeld dankzij een daling van het gebruik van kunststoffen in productieprocessen en de ontwikkeling van elektrische voertuigen.
Hoe zit het met aardgas?
M.W. : Het is belangrijk om erop te wijzen dat aardgas waarschijnlijk een cruciale rol zal spelen in de energietransitie. Hoewel we meer hernieuwbare energie moeten produceren, hebben we in deze overgangsperiode namelijk ook stabiele energiebronnen nodig, zoals aardgas en kernenergie. We moeten dus investeren om onze aardgasproductiecapaciteit te vergroten; vooral omdat aardgas in de 'Europese taxonomie' wordt genoemd als een sleutelelement van de energietransitie en als een van de groene energiebronnen in de energiemix van morgen. Maar naast de economische overwegingen in verband met de olie- en gasproductie is er ook een sociale dimensie die niet over het hoofd mag worden gezien.
Kunt u dat toelichten?
M.W. : Iets wat vaak over het hoofd wordt gezien, is dat wereldwijd ongeveer 40 miljoen mensen rechtstreeks werkzaam zijn in de olie- en gassector en dat veel regio's in ontwikkelingslanden gedijen dankzij deze sector of er volledig afhankelijk van zijn. Om al deze redenen moeten we daarom nadenken over de beste manier om deze sector de komende jaren te ondersteunen en zo de wereldeconomie te helpen de uitdaging van de energietransitie aan te gaan.
Hoe zit het met nieuwe technologieën, die volgens sommigen te veel energie verbruiken? Kunnen die niet nuttig zijn?
M.W. : Hoewel er uiteraard uitzonderingen zijn, zoals de energieverslindende cryptomunten, zijn nieuwe technologieën essentieel voor de energietransitie. Ze zijn onmisbaar als we de doelstelling van koolstofneutraliteit willen bereiken. Dankzij die technologieën kunnen we de uitdaging aangaan om hernieuwbare energie op te slaan, waterstof als energiebron te gebruiken of CO2 uit de lucht op te vangen en ondergronds op te slaan.
Of het nu gaat om nieuwe technologieën of een oplossing voor de transitiefase, beleidsmakers hebben een sleutelrol ...
M.W. : Precies. Hun impuls is van het grootste belang, en de politieke milieuagenda voor deze tweede helft van het jaar is rijkelijk gevuld. In juli heeft de Europese Unie een routekaart uitgewerkt om de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met 55 procent te verminderen ten opzichte van 1990. Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan heeft de regering-Biden sinds het begin van haar mandaat het klimaat tot een van haar fundamentele prioriteiten gemaakt; er worden dan ook belangrijke maatregelen verwacht in het komende infrastructuurplan of in een andere vorm. Maar het hoogtepunt van deze klimaatagenda was natuurlijk de COP26. We zullen moeten zien wat er van al deze aankondigingen terecht zal komen.
Hoe pakt u zelf deze kwestie van de energietransitie aan?
M.W. : Ten eerste hanteren we bij Carmignac een holistische benadering, die gebaseerd is op ons vermogen om op alle niveaus te beleggen, dialogen aan te gaan en invloed uit te oefenen op de beleidsbeslissingen van bedrijven. Daarnaast hebben we een gespecialiseerd fonds, Carmignac Portfolio Climate Transition, dat belegt in drie thema's om de uitdagingen van de energietransitie aan te gaan en de doelstelling van koolstofneutraliteit in 2050 te bereiken: 1) producenten van schone energie, met andere woorden bedrijven die oplossingen voor de productie van hernieuwbare energie aanbieden; 2) 'facilitators', dat wil zeggen bedrijven die ons helpen om alle segmenten van de economie koolstofarm te maken, waaronder bedrijven die niet op het eerste gezicht als zodanig herkenbaar zijn; 3) de belangrijkste spelers in de transitie, oftewel bedrijven die vanuit milieuoogpunt als problematisch worden beschouwd, maar die we helpen de uitdaging van duurzame ontwikkeling aan te gaan, omdat we denken dat ze een oplossing kunnen bieden mits ze worden ondersteund.
1De Europese taxonomie is een Europese verordening die tot doel heeft een classificatie van economische activiteiten vast te stellen waarmee kan worden bepaald welke activiteiten als 'ecologisch duurzaam' of 'groen' kunnen worden beschouwd. (Bron: Franse centrale bank)
Carmignac Portfolio Climate Transition A EUR Acc
Het indicator kan variëren van 1 tot 7, waarbij categorie 1 overeenkomt met een lager risico en een lager potentieel rendement, en categorie 7 met een hoger risico en een hoger potentieel rendement. De categorieën 4, 5, 6 en 7 impliceren een hoge tot zeer hoge volatiliteit, met grote tot zeer grote prijsschommelingen die op korte termijn tot latente verliezen kunnen leiden.
Aanbevolen minimale beleggingstermijn
Laagste risico Hoogste risico
Risico's die in de indicator niet voldoende in aanmerking worden genomen:
TEGENPARTIJRISICO: Risico van verlies indien een tegenpartij niet aan haar contractuele verplichtingen kan voldoen.
RISICO VERBONDEN AAN BELEGGINGEN IN CHINA : Specifieke risico's verbonden aan het gebruik van het platform Hong-Kong Shanghai Connect en andere risico's verbonden aan beleggingen in China.
LIQUIDITEITSRISICO: Risico dat tijdelijke marktverstoringen de prijzen beïnvloeden waartegen een ICBE zijn posities kan vereffenen, innemen of wijzigen.
Inherente risico's:
AANDELENRISICO: Risico dat aandelenkoersschommelingen, waarvan de omvang afhangt van externe economische factoren, het kapitalisatieniveau van de markt en het volume van de verhandelde aandelen, het rendement beïnvloeden.
GRONDSTOFFENRISICO: Risico dat de prijsvariaties van de grondstoffen en de volatiliteit van deze sector een daling van de netto-inventariswaarde veroorzaken.
VALUTARISICO: Het wisselkoersrisico hangt samen met de blootstelling, via directe beleggingen of valutatermijncontracten, aan andere valuta’s dan de waarderingsvaluta van de ICBE.
RISICO VAN KAPITAALVERLIES: Dit deelbewijs/deze aandelenklasse biedt geen garantie voor of bescherming van het belegde kapitaal. U ontvangt mogelijk niet het volledige belegde bedrag terug.
Meer informatie over de risico's van het deelbewijs/de aandelenklasse is te vinden in het prospectus, met name in hoofdstuk "Risicoprofiel", en in het document met essentiële beleggersinformatie.
Er bestaat geen enkele garantie dat de beleggingsdoelstelling van dit deelbewijs/deze aandelenklasse wordt gerealiseerd of dat de belegging rendement oplevert.